Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij [29]had een groten en hogen muur, en had [30]twaalf poorten, en in de poorten [31]twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn de [namen] der twaalf [32]geslachten der kinderen Israels. 29. Hierdoor wordt de onverwinnelijke vastigheid en zekerheid van de verheerlijkte gemeente Gods in den hemel betekend, die door Zijn almachtigheid als een vaste muur rondom deze is en altijd zal blijven. Zie Zach.2:5; Matth.16:18. 30. Namelijk aan elke zijde drie poorten, gelijk in het volgende wordt verklaard. Waardoor te kennen gegeven wordt, dat alle gelovigen uit alle gewesten der wereld tot deze stad toegang zullen hebben; gelijk Christus ook spreekt Matth.8:11. 31. Namelijk tot trouwe wachters, dat in deze stad niet zou uit- of ingaan, dan hetgeen rein was, en daar behoorde; gelijk hierna verklaard wordt in vs.27, en gelijk van den ingang van het paradijs ook verhaald wordt; Gen.3:24. 32. Of stammen; namelijk van het ware Israel Gods, uit alle geslachten der aarde uitverkoren, en bijeengebracht. Zie Rom.11:26, en hiervoor, hfdst.7 vs.4.